Gwendolyn Rutten |
Dat antwoordde hij via Staatssecretaris Bogaert op een vraag van Kamerlid Gwendolyn Rutten in de commissie Financiƫn. De Minister wil dat de administratie redelijkheid en goede trouw meeneemt als elementen van beoordeling.
Wanneer het gaat om geringe bedragen, er geen sprake is van systematiek maar eerder uitzonderlijkheid, en er aangifte gebeurde in de personenbelasting, is de buitensporige sanctionering van 309% niet van toepassing. De minister wil ook het element ‘spontaniteit’ meenemen, al is het nog niet helemaal duidelijk wat daarmee bedoeld wordt. "Ik neem aan dat wanneer er bij een controle overeenstemming wordt gevonden tussen administratie en belastingplichtige, dit onder de noemer spontaniteit te catalogeren is", aldus Rutten die hoopt dat er nu ook een einde komt aan de rechtsonzekerheid en het opjagen van belastingplichtigen.
De omzendbrief, die een strikte naleving van de aanslag van 309 procent op geheime commissielonen vraagt, zorgt voor heel wat ongerustheid en rechtsonzekerheid bij KMO’s en ondernemers. Hoewel deze administratieve richtlijnen er in hoofdzaak toe strekken dat alle controlediensten de aanslag geheime commissielonen op een uniforme wijze zouden toepassen, lijkt dit in de praktijk niet het geval te zijn. Op het terrein wordt de nieuwe omzendbrief ervaren als een ware heksenjacht, die elke rechtszekerheid voor zelfstandigen en ondernemers onderuit haalt.
“Deze verstrengde houding van de administratie sinds 1 juli leidt tot schrijnende situaties”, zegt Kamerlid Gwendolyn Rutten. “Wanneer een ondernemer of KMO ervan uitgaat dat zij in het verleden kosten heeft gedaan om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en wanneer de belastingcontroleur het beroepsmatige karakter daarvan niet aanvaardt tijdens een latere controle, hangt de afzonderlijke aanslag ten belope van 309 procent als een zwaard van Damocles boven het hoofd van deze KMO. Dit heeft niks meer te maken met fraudebestrijding, maar het geeft de indruk van pestgedrag vanwege de fiscus", zegt Rutten. "De mededeling van de Minister is in dat opzicht een belangrijk signaal. De regering geeft hiermee terecht te kennen dat ondernemers en bedrijfsleiders geen fraudeurs zijn, maar motoren van economie en tewerkstelling.” Dat beaamde alvast Staatssecretaris Bogaert, die de vraag beantwoordde in afwezigheid van Minister Van Ackere.
"Het debat is nu geopend en de blinde, strikte toepassing van de disproportionele sanctie is hiermee van de baan. Ik hoop dat hiermee een einde komt aan de rechtsonzekerheid die vandaag leeft en roep de regering op om snel met een formele bijsturing naar buiten te komen, zodat iedereen op het terrein weet waar hij aan toe is", besluit Gwendolyn Rutten.